Rognvald Kall Kolsson schaakgedicht

Rognvald Kall Kolsson  (omstreeks 1100 -1158)  was  een edelman uit  Noorwegen, die zich als rechtmatig opvolger aan de Heilige Magnus (oom aan moederszijde) anno 1136 liet inzweren als Graaf  van Orkney.

Deze benoorden Schotland gelegen eilandengroep maakte tot 1472 deel uit van het Noorse koninkrijk: de Heilige Ronaldus van de Orkaden, zoals hij tegenwoordig  bekend staat, dichtte dan ook in het Oud-Noors. Aan zijn hof in de hoofdstad Kirkwall  waren veel dichters, zangers en beeldende kunstenaars werkzaam: hij liet aldaar de beroemde Romaanse kathedraal bouwen in VikingstijI, waar zijn oom en hijzelf begraven werden. Ook stond hij bekend als een verwoed schaker, waarover hij dit korte gedicht schreef...

Tarl em'k ǫrr at efla,
íþróttir  kann'k níu,
týni'k traudla rúnum.
tíd  er mér bók ok smídir,
skrida kann'k á skídum
skýt'k ok rø'k,  svá't nýtir,
hvárt  tveggja kann'k hyggja
harpslǫtt  ok bragǫttu.

Schaken doe ik 't gretigst
van mijn negen werken.
runen schrijf ik vaak.
boek en hamer staan mij na.
schrijden kan ik skiënd,
schiet en roei geregeld,
weet ook te bespelen
harpsnaar en de dichtlier.

(vertaling P .B. Kempe)

We hebben 133 gasten en geen leden online