In memoriam Harrie Kuizenga (51)

In de avond van 19 maart is onze schaakvriend Harrie Kuizenga te midden van zijn gezin in zijn woning in De Hoven vredig ingeslapen. Harrie was al sinds meer dan 20 jaar geleden, nadat een kwaadaardig melanoom was aangetroffen, kankerpatiënt en hij heeft uiteindelijk veel langer geleefd na die diagnose dan toen voor mogelijk werd gehouden. (foto herfst 2020)

Harrie genoot van elke dag, was sportief (speelde als twintiger basketbal op topniveau) en hij schaakte ook graag als huisschaker met vrienden. Van 1997 tot 2008 was hij met onderbrekingen lid van ons genootschap en hij is aansluitend een aantal jaren lid van de Voorster Schaakclub  geweest, waar hij ook meer dan eens heeft deelgenomen aan het Voorst Open. Dit seizoen kwam hij bij ons terug, speelde een aantal partijen in de interne totdat de lockdown dat verhinderde. 

Ik ken Harrie ook als fijne collega op Vrijeschool Zutphen, waar hij werkte als docent scheikunde. Hij was bij de leerlingen geliefd om onder meer zijn kraakheldere uitleg en droge humor. Bij mij trof me zijn moed en levenslust: innovatieve en soms zware behandelingen ging hij optimistisch aan en klagen deed hij niet, desgevraagd was hij wel heel open over zijn ziekte. Toen het werk als fulltime docent hem  te zwaar werd, was hij als zijn toestand het toestond dit schooljaar nog vaak aanwezig om bijles te geven aan leerlingen met moeite voor het vak. Het tekent zijn toewijding en optimisme: je leest wel eens over het “overwinnen van kanker”.... Icoon en mede sportman Maarten van der Weijden gaf terecht aan dat een idiote tekst te vinden voor die mensen die het geluk hadden weer beter te worden.  Ik vind die zegswijze eigenlijk bij uitstek wel passen bij Harrie: hij straalde het leven uit en het is geen wonder dat op onze club veel leden niet eens wisten dat hij ziek was! 

En schaken vond hij een prachtig spel: zijn analytisch vermogen was een talent en dat zag je terug in zijn stijl: hij was op zijn best in heldere stellingen en eindspelen met weinig stukken. Verder was hij een zeer sportieve speler die bij verlies even vriendelijk bleef als bij winst en zoals wij weten is dat niet iedereen gegeven.... In seizoen 2005-2006 werd hij 19e in de interne (van de 37) en hij eindigde zij aan zij met Etienne Goudriaan, die hij in dat seizoen ook heeft verslagen, een gebeurtenis die hij altijd heeft beschouwd als zijn ultieme topprestatie in het schaken! (De toen nog vrij jonge ook in De Hoven wonende  Etienne zou in 2013 meester worden en is met zijn rating van 2333 de 3866e speler op de wereldranglijst en de beste oud-Zutphense schaker sinds Nico Cortlever).  Harrie hield niet alleen van schaken, maar was ook een fervent quiz en spel liefhebber en hij is in diverse TV-programma’s als humorvolle en scherpe kandidaat verschenen, dit ook tot plezier van zijn gezin en leerlingen!

We wensen zijn vrouw en kinderen veel sterkte in de tijd die komt, nu hij er echt niet meer is. Het valt me ook moeilijk dit te beseffen, Harrie is om in schaaktermen te blijven zo vaak miraculeus ontsnapt aan een dreigend mat, dat het nu haast onwerkelijk voelt dat hij uiteindelijk toch op deze leeftijd zijn koning heeft moeten omleggen…Hieronder een artikel uit de laatste 105e editie van ons clubblad  “De Zutphense Toren” van de hand van Harrie uit 2007: geniet van zijn humorvolle observaties!

Eric Kloppers

 

Een Zutphense schaker in Voorst

Op internet had ik gezien dat er in Voorst het Open Voorster Kampioenschap (OVK) werd gehouden en aangezien de Hoven en Voorst niet zo ver uit elkaar liggen, leek het mij geen slecht plan om daaraan mee te doen. Probleem was alleen dat dit gehouden werd op de maandagavond maar nadat ik voor de zoveelste keer mat werd gezet aan een tafeltje in de Born, was de beslissing snel genomen. Ik had mijzelf ingeschreven bij zwakkere broeders waar ik op papier een zwakke middenmoter zou zijn. Het toernooi zou bestaan uit 6 avonden/ronden en er werd gespeeld volgens Zwitsers systeem. De speellocatie was een voetbalkantine waarin de geur van modder, gras en zweet je tegemoet komen. Vele jeugdherinneringen kwamen terug, zeker nadat mijn bestelde thee gloeiend heet in een plastic bekertje werd geserveerd waardoor het plastic een beetje begon te vervormen.

In de eerste ronde moest ik tegen Christiaan Makkink, een speler uit het tweede team met een rating die ruim 200 elo punten hoger lag dan het mijne. De eerste indruk van deze speler van ongeveer mijn leeftijd was moeilijk te maken. Een niet echt spraakzame speler met weinig uitdrukking op zijn gezicht. Dit kon natuurlijk komen door de dampende spanning die in de voetbalkantine van Voorst hing. Na een gelijk opgaande opening kwam ik op het punt “Ja, en wat nu!” Het punt dat je heelhuids door de opening bent gekomen maar geen flauw idee hebt waar je de pijlen op gaat richten. Na een kwartiertje net doen alsof ik diepzinnig aan het nadenken was, deed ik een, wat later een fatale zet bleek te zijn. Mijn tegenstander verliet zwijgzaam en emotieloos het pand. Mijn eerste nul stond.

Door een cursus kon ik in Voorst en in Zutphen vele maandagen niet spelen. Gelukkig vond de toernooicommissie het goed dat de wedstrijd op een andere tijd en locatie werden gespeeld. Ik speelde mijn tweede partij dus bij iemand thuis. Na een uitvoerige en gedetailleerde routebeschrijving van mijn tegenstandster Wilma Dolman bleek het huis te staan tegenover een in het hele dorp bekende muziektent. Binnengekomen werd ik besprongen door twee grote Deense Doggen waardoor meteen duidelijk werd dat de overwinning niet cadeau gedaan werd. Door de schrik was de controle over mijn sluitspier niet optimaal. Een wc bezoek was nodig. Daar lag een tweede verrassing op mij te wachten. Vlak voordat ik wilde gaan staan, zakte ik door de wc-bril! Met het schaamrood op de kaken vertelde ik mijn tegenstandster wat er gebeurd was. Deze vond het verhaal en mijn gezicht daarbij zo plezant dat ze niet meer bijkwam van het lachen. Het schaakbord werd daarna in nevelen gehuld omdat Wilma niet vies was van een paar sigaretjes. Nadat de mist rond de stukken verdwenen was, bleek dat de zwarte koning van Wilma neergelegd was. Het eerste punt was binnen.

De derde ronde kon gewoon op de plek en datum zelf gespeeld worden. Inmiddels was mijn toiletscène in het roddelcircuit van Voorst terecht gekomen waardoor iedereen mij met een lichte glimlach opnam (zelfs Topalov had er van gehoord en had daardoor een ideetje gekregen om Kramnik een poets te bakken!). Ik moest nu spelen tegen Betsie Jansen waarvan men mij wist te vertellen dat ze behoorlijk vergeetachtig begon te worden. Nu vond ik dat niet zo erg maar het gevloek en getier van haar kant na iedere miszet deed zelfs iedere atheïst achter de oren krabben. Gelukkig was het tweede punt binnen een uur binnen.

In mijn korte schaakcarrière heb ik slechts twee keer tegen een vrouw mogen spelen. In het OVK speelde ik in de vierde ronde voor de derde keer tegen een vrouw. Daarmee had ik alle vrouwen die deelnamen aan het toernooi ontmoet. Het waren voor mij vruchtbare ontmoetingen. Ook nu moest de plek en tijd verzet worden vanwege een cursus en speelde ik nu tegen Els Jansen (geen familie van Betsie) bij haar thuis. Ze woont op een zeer idyllisch plekje in het Voorster Bos tussen de reeën en geiten. Toen ik bij haar aankwam werd net het avondeten opgeruimd en zo te ruiken wisten ze dat spruitjes niet mijn favoriete eten was. De familie van Els bleek een echte schaakfamilie te zijn. Zowel zij als haar man bleken fanatieke schakers en ook haar zoons zetten anderen graag mat. Ze spelen beiden in het eerste team van Voorst. Het toeval wil dat ik tijdens het persoonlijk kampioenschap van de OSBO ook al tegen Els had gespeeld. Toen won ik eenvoudig met wit. Nu won ik opnieuw maar minder eenvoudig met zwart. Langzaam werd duidelijk dat ik tijdens dit toernooi mee ging doen voor de prijzen en dat allerlei (chemische) valletjes op mij geen uitwerking hadden (wc-brillen en spruitjes ten spijt). Mijn naam werd nu genoemd op de nieuwspagina van het toernooi als een van de kanshebbers.

De volgende partij was gewoon weer in de voetbalkantine tegen Dick Hoekman. Dit werd misschien wel mijn beste partij. Je hebt soms van die wedstrijden waarin je het gevoel hebt niets fout te doen en de duimschroeven steeds meer aan kunt draaien. Zo ook deze avond. Tijdens de partij kwamen er steeds meer mensen ‘even’ buurten om te kijken wat er gebeurde waar ik eerst in volle rust kon doen alsof ik nadacht werd nu iedere spierbeweging van mijn kant door vele stuurlui aan wal bekeken. Gelukkig liet ik mezelf niet van de wijs brengen en maakte de partij af: ik stond nu zowaar gedeeld 1e!

De laatste avond. Er konden nog 4 spelers kampioen worden. Helaas werd ik het niet. Ik werd met zwart de hele tijd onder druk gezet en mijn 8e zet (een torenzet ipv te rokeren) bleek uiteindelijk in zet 35 fataal te zijn. De naam van mijn tegenstander heb ik uit pure frustratie spontaan vergeten. Toch nog 4e geworden. Al met al was het een erg leuk toernooi. Wellicht iets voor onze vereniging? 

Harrie Kuizenga

 

We hebben 149 gasten en geen leden online