Zutphen wint soepel en overtuigend van het zwakkere ASV 6

Omdat ik deze avond geen partij speel maak ik het verslag van de externe confrontatie op 10 maart jongstleden. Zutphen 1 tegen ASV 6.Wegens chronisch tijdgebrek wordt het verslag helaas schandalig laat opgeleverd, maar toch hoop ik dat het net zo’n gretige aftrek zal vinden als de verslagleggingen van onze vaste verslaggever en ongeëvenaarde Eric Kloppers, die wegens verplichtingen elders verhinderd is; ik ga in ieder geval mijn best doen.

ASV doet het landelijk trouwens erg goed in de 1e klasse KNSB. Ze kunnen al niet meer degraderen en met 8 matchpunten uit 6 wedstrijden staan ze zeer stevig op de 4e plek. Zij kunnen zelfs ruiken aan een podiumplaats. Een echte stadsderby; de confrontatie tussen het 1e team van ASV en het 1e team van De Toren werd onlangs met een ‘krappe’ 5½–4½ gewonnen door ASV, hoewel ASV op papier toch moest worden beschouwd als de mindere ploeg. Otto Wilgenhof hield zijn partij tegen oud-clubgenoot van Zutphen, de kersverse meester Etienne Goudriaan, zeer knap op remise en Willy Hendriks moest het afleggen tegen Frank Schleipfenbauer, een speler met een ‘bescheiden’ rating van 2090.

Zutphen moet het nu zien te rooien tegen de wat mindere goden van ASV (6e! team). Wij hebben met ons 1e team vandaag de ‘slechtste papieren’: een ratinggemiddelde van 1676 –René Meijer, invaller, haalt met zijn nog altijd hatelijke 0 rating het gemiddelde behoorlijk omlaag, hoewel zijn speelsterkte toch zo rond 1750 moet worden geschat– tegen ASV 6 met een ratinggemiddelde van 1800, zou niet veel goeds doen vermoeden. Zonder effectieve mededinging van de hatelijke 0 rating van René in de cijfers, komt het Zutphens ratinggemiddelde echter op 1916 uit. Dat scheelt dus wel een beetje.

Aan het 1e bord komt Gert-Jan met zwart in een ruilvariant van het Caro Kann terecht. Wit slaat dus op de 3e zet met de e‑pion op d5. Heb ik nog niet zo vaak gezien, maar blijkbaar kan het wel, want wit komt in deze partij zeker niet slecht uit de opening. Echt voordeel uit de stelling halen zit er overigens voor wit niet in, want zwart is heel erg rustig een op het oog gedrukte stelling aan het ombouwen tot een solide verdediging en ondervindt geen problemen met het ruimtevoordeel van wit. Gert-Jan doet een tijdje niet zo veel; rommelt verdedigend wat met stukken op de onderste 2 rijen, maar na ongeveer 3 uur heeft zwart wel voor het eerst een stuk (paard) op e4 staan. Dat ziet er hoopvol uit! Blijkbaar weet Ruud Verhoef niet goed wat hij met de stelling aan moet, want Gert-Jan komt (m.i.), nadat zijn paard de weg naar e4 gevonden heeft langzaam steeds beter te staan en wint uiteindelijk een pion. Dit blijkt genoeg te zijn om de partij (toch zeer overtuigend) te winnen.

Klaas krijgt aan bord 2 met wit de variant in het Scandinavisch, waarin zwart op de 2e zet terug slaat met de Dame. Geen problemen voor Klaas. Hij komt vrij snel (nou ja, snel … snel in tijdnood ja!) behoorlijk beter te staan, maar de stelling is niet gemakkelijk. Lang denken levert bij Klaas in dit geval (vlak voor tijd, maar gelukkig tijdig) plotseling een verandering van speelhouding op achter het bord. Met nog minder dan 5 minuten (tegenstander toch zeker 45) hoeft Klaas niet meer te schrijven en daardoor blijkbaar ook nauwelijks meer (in zijn eigen tijd) te denken, want in rap maar beheerst tempo werkt hij zijn zetten af. Rob Huberts moet nog wel schrijven en wellicht mede daardoor hard, steeds harder, nadenken. Bijkomend voordeel voor Klaas is dat hij zich totaal niet nerveus hoeft te maken. Iedere zet 10 seconden bonus komen voor hem als een geschenk uit de hemel. Uiteindelijk komt ook zwart (in verloren stelling) in tijdnood, zodat Klaas de partij relaxed, doch zeer overtuigend naar zich toe trekt.

Willem Oving (3e bord) krijgt de doorschuifvariant in het Caro Kann te verwerken en komt spoedig minder te staan. Diverse zwaktes in zijn stelling doen weinig goeds vermoeden. Willem zegt wel eens dat hij heel soms de partij van zijn leven denkt te hebben gespeeld, maar dan blijkt er bij thuiskomst na raadpleging door Houdini vaak geen meter van de kloppen. Nu had hij echter zelf ook door dat de optimale verdediging uitbleef. Matige partij dus van Willem; er werd niettemin al snel tot remise besloten. Het slot van de partij heb ik niet meegekregen en ik weet dus ook niet of de eindstelling een remisestelling was, maar dat Willem ontevreden was over zijn partij, was wel duidelijk.

Kees Henstra aan het 4e bord met wit krijgt al snel zeer duidelijk voordeel in de Bird (f4-d5); zwarts pionnenstructuur wordt binnen korte tijd volledig aan gort geslagen; maar liefst 2 dubbelpionnen. De dubbelpionnen lossen zich op ten koste van een pion. De stelling lijkt ingewikkeld maar wordt steeds beter voor wit. Kees creëert een vrijpion op de h-lijn (wint eenvoudig de zwarte h-pion) en breekt door in het centrum. Een snelle mooie aanvalspartij die op soepele wijze tot de winst leidt.

Aleksandr Sahakian (bord 5) achter de zwarte stukken krijgt in een gelijkwaardige open stelling, waarin de witveldige lopers worden geruild (doorschuifvariant in het Frans), na enige tijd remise aangeboden en probeert een overleg met Klaas te bewerkstelligen (wat niet eenvoudig is; Klaas kampt (lichtjes) met een beginnende tijdnoodfase -gelukkig wel met in zijn achterhoofd uiteraard de 10 seconden bonus per zet; hij vertrouwt mij regelmatig toe dat dit toch wel zo ongeveer de beste uitvinding van de laatste decennia is- en verwijst Aleksandr door naar mij. Aleksandr vraagt mij of hij remise kan aannemen. Zonder enige tijfel beaam ik zijn vraagstelling. Ik zie dat hij niet beter of slechter staat en over het geheel doet Zutphen het vooralsnog niet slecht. Wat ik waarschijnlijk beter niet had kunnen doen was er aan toevoegen dat hij weliswaar zonder enige schroom remise kan aannemen, maar dat hij de beslissing uiteindelijk zelf moet nemen. Aleksandr speelt door en in gelijke stelling probeert hij te winnen, maar dat loopt helaas mis. In het eindspel verliest hij een paard om zo een pion-tot-Dame promotie te voorkomen en kan opgeven.

Dan Nagib Zafari aan bord 6. Hij krijgt met wit de hoofdvariant in het Frans op het bord en speelt een partij zoals uit het boekje. Wit heeft, zeker nadat de Dames worden geruild, een veel betere stelling en bovendien substantieel ruimtevoordeel. Nagib houdt de zaken achterin potdicht en kan tegelijk de zwakke pionstructuur van zwart volledig om zeep helpen. In het eindspel heeft wit twee pionnen meer en Nagib trekt de partij dan ook volledig naar zich toe. Het lijkt er op dat hij eindelijk zijn vorm weer een beetje terugkrijgt.

Onze invaller René Meijer aan bord 7 met de zwarte stukken krijgt 1. b3 om zijn oren. Arme René. Beide spelers rokeren lang. Wit heeft het loperpaar en staat duidelijk beter. De zwarte koningsstelling is zwak en de pionnenstructuur rammelt aan alle kanten. Dwars door diverse gaten en langs diverse diagonalen kan wit zeer effectief mat dreigen en stukken winnen. René probeert nog enige wanhoopspogingen door het centrum, nu de beide flanken bezwijken onder de enorme druk, maar wordt uiteindelijk toch, dik verdiend helaas, mat gezet.

Aan bord 8 speelt Jan Blaak dan natuurlijk weer met de witte stukken. Hij krijgt een Sveshnikov in de schoot geworpen. Het is duidelijk dat deze variant Jan lekker in het gehoor ligt. Wit heeft enige tijd een uitstekend paard op d5, maar houdt na stukkenruil het loperpaar, tegen zwart een dubbel paard. Dan wordt het m.i. nog even onduidelijk of wit nog wel beter staat. Is het loperpaar wel of niet beter dan het dubbele paard? De strijd om het centrum is gaande. Uiteindelijk raakt zwart in tijdnood en komt steeds moeilijker tot het doen van zetten. Zwart begint slechter te spelen en geeft materiaal weg. Met een volle toren meer drukt Jan zijn tegenstander door de vlag.

 

You have no rights to post comments

We hebben 102 gasten en geen leden online